En het maximum is vastgesteld op 75.000 euro.
De ministerraad heeft gisteren zijn goedkeuring gehecht aan de wijziging van het koninklijk besluit tot goedkeuring van het tarief van de griffierechten. Volgens de regering wordt met deze nieuwe verordening, die de inhoud van Koninklijk Besluit 1373/2003 van 7 november actualiseert, “het Spaanse rechtsstelsel geharmoniseerd met de Europese regelgeving”.
De wijziging van deze wet is eerder bekritiseerd door vele groeperingen binnen de beroepsgroep, zoals de balies van Barcelona Galicië Valencia en de Orde van advocaten van Madrid.
Het voorstel is duidelijk inadequaat voor de huidige realiteit, zowel procedureel als, vooral, wat betreft de diensten waarvoor het betaling vraagt.
Het Koninklijk Besluit bepaalt dat het totale bedrag van de erelonen die door een advocaat in één zaak, rechtsvordering of procedure worden betaald, niet meer mag bedragen dan 75.000 euro. Bovendien mogen in het tariefstelsel voor de erelonen van advocaten geen minima worden vastgesteld voor de bedragen die met betrekking tot de verschillende verrichte beroepshandelingen worden verkregen.
Ook kunnen de diensten van de advocaat uitzonderlijk zijn en onderworpen aan de goedkeuring van een rechter. De vergoeding voor deze uitzonderlijke gevallen zou dan hoger liggen dan wat in het algemeen wettelijk is toegestaan om hen een passende vergoeding te geven.
De regering verklaart dat het nieuwe koninklijk besluit gebaseerd is op de onderhandeling over de prijs van de geleverde dienst tussen de gerechtsdeurwaarder en zijn cliënt, in een omgeving van vrije mededinging, onverminderd het bestaan van een maximumtarief dat dient om de consument te beschermen en de verplichting voor de gerechtsdeurwaarder om zijn cliënt vooraf een prijsopgave te doen.