Een Rechtbank van Madrid heeft een ontslag van een werknemer geannuleerd die was gebeurt terwijl deze in de gevangenis zat. De uitspraak geeft weer dat er de mogelijkheid van twijfel bestaat “meer dan gefundeerd” dat de werkgever deze afvloeiing deed ” daar hij niet wenste een exgedetineerde onder zijn personeel te hebben.” En dit is een delicaat en een fundamenteel recht van herintegratie in de maatschappij.
Dit gedrag, zo verklaart de beslissing,” is op basis van een discriminerend gedrag en dit is onverenigbaar met de Wet”, dit zoals ingelicht door de Rechtbank Superior Social van Madrid.
De annulering van het onslag heeft als gevolg de opnieuw indienstneming van de werknemer, een magazijnarbeider welke naam is weggelaten in de uitspraak, de uitbetaling van bezoldiging (het loon van de werknemer die niet was ontvangen van sinds hij ontslagen was tot aan het kenbaar geven van de beslissing van de rechter). Niettegenstaande kan tegen deze uitspraak ingegaan geworden bij de Rechtbank Superior de Justicia de Madrid.
Volgens het juridisch verslag, trad de werknemer in de gevangenis in maart 2014, een feit dat de advocaat van de werknemer had ingelicht aan de werkgever, en verliet het bedrijf in februari 2016. Een beetje later na het intreden in de gevangenis, had de werkgever aan deze advocaat ingelicht van het schorsen van het contract.
Nu in juli 2015 besliste het bedrijf om een stap verder te zetten en het contract te beëindigen, dat was ingelicht geworden aan de werknemer met een burofax verstuurd naar zijn woning.
Eens de gevangenis verlaten, stuurde de werknemer een brief naar het bedrijf vragend de herintreding in zijn werk, dat werd geweigerd door het bedrijf. In antwoord hierop,
gaf deze weer dat het contract was beëindigd geworden in juli 2015 en verwees men naar de verschillende gevangenistoelatingen –drie zaterdagen in afgelopen october en November – dat de ontslagen persoon heeft willen binnentreden in het magazijn.
Zich in deze situatie bevindend, de arbeider besliste om een aanklacht in te dienen, vragend de annulatie van zijn ontslag. De rechter heeft beslist om in te gaan op zijn aanvraag om verschillende redenen. Eén van deze redenen was de reïntegratie in de maatschappij “is een fundamenteel recht van alle burgers die hun vrijheid ontnomen zijn door het nakomen van een strafrechterlijke veroordeling”, iets dat volgens “de feiten ingediend in de rechtzaak en alle aangevoerde argumenten bij de zitting ingediend bracht het vermoeden aan het licht dat weldegelijk de basis van het ontslag door het bedrijf van deze werknemer was om af te zien van zijn diensten – bediende van het magazijn, daar men niet zulk een persoon, een ex-gedetineerde onder zijn personeelsleden wilde hebben.”
“Het strafblad mag geen enkele reden zijn tot sociale of juridische discriminatie”, zo zegt de magistraat, welke aandringt dat de reden van ontslag niet mag zijn daar men een ex-gedetineerde is. Eén van de redenen waarom de rechter tot deze conclusie komt is dat de brieven van ontslag niet waren wegens het ongeldig afwezig zijn van de werknemer – reden bij andere rechtsuitspraken wel was aanvaard geworden beschouwend dat “het afwezig zijn op het werk de verantwoordelijkheid was van de werknemer daar deze was berecht voor een misdaad waardoor hij zijn vrijheid was ontnomen”-.
Bij de uitspraak van effectief zijn van aanklacht van ontslag, de rechter voegde eraan toe dat het bedrijf het ontslag van de werknemer had weergegeven terwijl deze in de gevangenis zat, sturend een aangetekend schrijven naar zijn woonadres, wat onmogelijk kon ontvangen worden en ook niet kon opgehaald worden bij de postdienst waar deze lag ter ophaling. De werknemer wist enkel van zijn ontslag eens hij zijn straf had uitgezeten en terugkeerde naar zijn werk te Mejorada (Madrid) om terug aan het werk te gaan.