Over een onderwerp dat tegenwoordig zo vaak voorkomt als dat van de bankvorderingen die voortvloeien uit Wij geven commentaar op een zeer recent arrest van de Hoge Raad van 28 november 2018 en gewezen in beroepschrift nummer 2825/2014, waarin als doctrine van de Hoge Raad de gevolgen van de verklaring van misbruik vanhypothecaire leningen worden vastgesteld. vertragingsrente.

De in de hypotheekakten overeengekomen toeslag in geval van schulden van de kredietnemer is inderdaad een controversiële kwestie geweest voor de rechtbanken en de tribunalen.

oneerlijkheidsclausule

In de hogere voorziening waarover de Hoge Raad uitspraak heeft gedaan, heeft de eiser die een uitspraak over het oneerlijke karakter van de clausule had verkregen, verzocht om nietigverklaring van alle soorten rente als gevolg van de clausule, met inbegrip van de rente over de bezoldiging.

In dit specifieke geval is de
hypothecaire lening
was verleend door de voormalige CAM, thans Banco Sabadell, waarbij een vertragingsrente van 25% op de hypothecaire lening werd vastgesteld. rente, die zowel door het Gerecht van eerste aanleg als door de provinciale rechter als onjuist is aangemerkt. rentevoet met twee procentpunten verhoogd.

Rekwirant, die geen genoegen nam met de verlaging van deze rentevoet, vorderde dat de gevolgen van de nietigheid alle rente zouden treffen en vorderde derhalve met zijn beroep ook geen betaling van de vergoedingsrente.

Welnu, de Hoge Raad heeft dit beroep beslecht met een arrest dat wij van groot belang achten omdat het vaststelt dat de gevolgen van een nietigverklaring wegens de onbillijkheid van achterstalligerente is de afschaffing van de De toeslag in zijn geheel, maar nooit de gewone opbouw van de rente overeengekomen in de hypothecaire lening.

Met andere woorden, volgens de High Court moet de toeslag volledig worden vernietigd, maar blijft zij de wezenlijke functie vervullen van vergoeding voor de kredietnemer om over het geld te beschikken totdat het is terugbetaald.

Het is duidelijk dat wanneer geld wordt ontvangen dat is opgenomen en dit is gebeurd op grond van een overeenkomst tot vergoeding van het uitgeleende en opgenomen geld, de lener dit geld moet vergoeden volgens het overeengekomen tarief, omdat er anders sprake zou zijn van een onevenwichtige situatie en de partij die het geld heeft verstrekt zou worden benadeeld; wat wel vaststaat is dat gezien het oneigenlijke karakter van het toeslag het geheel zal verdwijnen zonder dat de rechtbanken of gerechtshoven onder hun bevoegdheden hebben om het al dan niet te verminderen, zij kunnen en moeten zich eenvoudigweg beperken tot het niet toepassen van enige verhoging, maar de lener moet het tarief blijven betalen dat in de openbare verkoopakte is overeengekomen.

¿Necesita ayuda?¿Help?
Scroll naar boven